Donderdag 21 November 2024

Onderaan deze pagina staat onder het menu 'Jeugdwerk' ook de link Uitsmijters. Daaronder staan diverse aansprekende verhalen voor de jeugd. Verhalen die op hun eigen manier tot nadenken aansporen. Zo nu en dan plaatsen we er ook één op de hoofdpagina, zoals die van de mayonaisepot. Een verhaal dat toegepast kan worden op Lukas 10:41-42

En Jezus, antwoordende, zeide tot haar: Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen; Maar een ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden.

Dit waargebeurde verhaal gaat over een man in de jaren zestig van de vorige eeuw. Hij werkte als timmerman. Op een bijzondere dag moest hij een aantal kisten maken voor de kerk. De gemeente had kleren ingezameld en zouden in deze kisten naar weeshuizen in China verzonden worden. Op weg naar huis voelde hij in zijn borstzak om zijn bril te zoeken, maar hij kon hem niet vinden. Toen besefte hij wat er gebeurd was. De bril was natuurlijk onopgemerkt uit zijn borstzak gegleden en in één van de kratten gevallen, die hij gesloten en vastgespijkerd had. Zijn gloednieuwe bril was op weg naar China.

   

Een veteraan uit de Amerikaanse burgeroorlog ging van plaats tot plaats, bedelde om een bed en wat eten, en had het altijd over zijn vriend ‘Mr. Lincoln’. Vanwege zijn verwondingen was hij niet in staat een vaste baan aan te houden. Maar zolang hij kon blijven lopen, zou hij praten over zijn geliefde president.

‘Je zegt dat je Mr. Lincoln hebt gekend,’ reageerde een sceptische omstander. ‘Dat kan ik me niet voorstellen. Bewijs het maar eens!’

De oude man antwoordde: ‘Natuurlijk kan ik het bewijzen. Ik heb hier een papier dat Mr. Lincoln zelf getekend heeft en aan mij gegeven heeft.’ De man pakte een vaak dubbelgevouwen papier uit zijn portefeuille en liet het aan de man zien. ‘Ik kan niet zo goed lezen,’ verontschuldigde hij zich, ‘maar ik weet dat het Mr. Lincolns handtekening is.’

Een jonge man was weggegaan bij zijn ouders en had het ruige en wilde leven opgezocht. Hij vierde zijn vrijheid met drank en drugs. Het leven was echter te ruig en te wild en het bracht hem uiteindelijk in een totale faillissement. Hij had geen geld meer, vrienden hadden hem in de steek gelaten: hij zat diep in de put. Helemaal ten einde raad schrijft deze jonge man een brief naar zijn ouders. Hij schrijft:

Het was ongeveer 14 jaar geleden, en ik stond in de deuropening naar de binnenkomende studenten te kijken voor hun eerste les Godsdienst. Het ging over vertrouwen.. Dit was de eerste keer dat ik Tommy zag. Hij was zijn haar aan het kammen, wat zo lang was dat het wel dertig centimeter onder zijn schouders hing. Mijn eerste indruk van hem was: Vreemd… Heel vreemd..

Tommy was mijn grootste uitdaging dat jaar. De ene keer ontkende hij, en de andere keer grijnsde hij over het feit dat we een onvoorwaardelijke liefdevolle God hebben. Toen hij aan zijn eindtoets begon zei hij heel cynisch: “Denkt u dat ik God ooit zal vinden?”

“Nee”, zei ik heel onsympathiek. “O”, was zijn reactie. “Ik dacht dat u dat hier aan het leren was.”

Er was eens een jongen die zijn ouders erg veel verdriet deed. Ondanks de vermaningen van vader en de tranen van moeder, hij ging door op zijn zondige weg. Het geweten sprak, maar daar ging hij overheen, dronk het weg en feestte door. Kwam laat thuis, zijn ouders wachten lange nachten.

Jongen, je doet niet alleen ons verdriet, maar bovenal de Heere in Wiens Naam je gedoopt bent. Op een dag nam zijn vader hem mee naar de schutting. Hij had een zak spijkers en een hamer bij zich.

"Jongen, elke keer als je ondanks alles toch door gaat op deze zondige weg, sla ik een spijker in de schutting. Maar als je berouw toont haal ik ze er één voor één uit."

Een beetje onwennig zat hij midden tussen de deftige gasten. Een plattelander; een boertje. Je kon het aan zijn handen zien; je kon het aan zijn kleren ruiken. Tegenover hem: een verre neef, een heer van stand: deftig brilletje op de neus, keurig kostuum om een zwaarwichtig lijf.

De maaltijd begon. De ceremoniemeester tikte tegen zijn glas. Het lachen verstomde, het gepraat hield op; 'Een ogenblik stilte, alstublieft.' Iedereen keek wat glazig voor zich uit.

Alleen de boer vouwde zijn handen en sloot zijn ogen. Hij bad. Hij was thuis gewoon om te bidden; en waarom zou hij het hier opeens niet doen?

Even later ging het geroezemoes weer vrolijk verder.

Stel je eens voor wat er zou gebeuren als we op dezelfde manier met onze Bijbel om-gaan als met onze mobiele telefoons? Het zou betekenen dat we:


- Onze Bijbel constant op zak zouden hebben;
- Er meerdere malen per dag een blik in werpen;
- Wanneer we hem vergeten weer teruggaan naar huis of kantoor om hem te halen;
- Hem gebruiken voor het verzenden van berichten naar onze vrienden;
- Hem behandelen alsof we nooit zonder hem hadden kunnen leven;
- Hem aan onze kinderen meegeven, voor hun veiligheid en om met hen te communiceren.

In tegenstelling tot een mobieltje heeft de Bijbel op elke locatie verbinding. We hoeven ons geen zorgen te maken over het beltegoed. We kunnen onbeperkt ‘bellen.’

De dag is voorbij, je rijdt naar huis. Je zet je radio aan en hoort nog net een stukje van het nieuws over een klein dorpje in India waar een paar inwoners plotseling zijn overleden aan een soort griep waar nog nooit eerder iemand van gehoord heeft. Het is niet besmettelijk maar drie of vier mensen zijn dood, het is nogal interessant dus sturen ze er een paar internationaal beroemde dokters heen om dit te onderzoeken.

Je denkt er niet meer echt over na maar de volgende dag hoor je nog een radiobericht. Alleen deze keer zijn er geen drie maar 30.000 mensen overleden in dit specifieke deel ergens in de bergen van India. Het is op tv die avond; de nieuwszenders laten een stukje zien over mensen uit een ziektecentrum in Atlanta die erheen gaan want deze ziekte is nog nooit eerder gezien. Woensdagochtend als je opstaat is het het belangrijkste bericht van het nieuws. Maar nu is het niet alleen India meer, er zijn ook slachtoffers in Pakistan, Afghanistan, Iran, en voor je het weet hoor je het verhaal overal vandaan komen. Ze noemen het "de mysterieuze griep"

Dagelijks Woord

  • En nedergezeten zijnde, riep Hij de twaalven, en zeide tot hen: Indien iemand wil de eerste zijn, die zal de laatste van allen zijn, en aller dienaar. En nemende een kindeken, stelde Hij dat midden onder hen, en omving het met Zijn armen, en zeide tot hen: Zo wie een van zodanige kinderkens zal ontvangen in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo wie Mij zal ontvangen, die ontvangt Mij niet, maar Dien, Die Mij gezonden heeft. -- Marcus 9:35-37